Ik was na een hectisch jaar op zoek naar rust en stilte, en naar God in mijn leven, en vond de Emmausdagen. Deze tekst kwam al heel diep bij mij binnen:
“De Emmausdagen zijn genoemd naar de Emmaüsgangers.
Het verhaal waar twee leerlingen van Jezus niet konden geloven dat Hij was opgestaan en in hun midden was. Toch is het echt zo.”
Ik had de tranen in de ogen. Wat een heerlijk vooruitzicht.
In de week voor de retraite had ik een bijzondere ervaring. Ik was al weken Gods lof aan het zingen en was in grote verwachting van wat komen zou.
’s Avonds in bed zag ik een beeld van een hand die naar mij uitgestoken werd. Ik wist niet wat het betekende. De gestalte was verstopt in het donker.
Na twee dagen retraite in de stilte, lezen, tranen en bidden kreeg ik steeds meer het gevoel waar mijn ongeluk vandaan kwam.
Zaterdagmiddag kwam alles samen. Mijn verdriet had haar oorsprong in mijn geboorte.
Die was extreem moeilijk geweest en ik heb toen twee dagen klemvast gezeten in mijn moeder, op de weg naar buiten.
Die gebeurtenis en de verhalen daarom heen hebben mij het gevoel gegeven dat ik hier niet thuis hoorde.
Ik las die dag Psalm 139: “Heer, Gij doorgrondt en kent mij. U hebt mij in de moederschoot geweven. Leidt mij op Uw eeuwige weg.”
God was erbij toen ik nog maar een celletje was, maar toch ervoer ik alles op aarde als niet het mijne. In het gebed hierover met de begeleiding kreeg ik in een moment van stilte het woord ‘Welkom’ door.
Een gestalte in het wit stak zijn hand naar mij uit. Ik barstte in tranen uit. Hierop heb ik dus al die jaren gewacht.
Here God, dank U, wat een heerlijk woord! Het is een zielsverlangen geweest dat van U te mogen horen. Met het grote Welkom viel alles op z’n plaats.
En zo kan ik met een gerust hart verder, op de tekst van Gezang 293 die mij al jaren steun en troost geeft: “Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand;
moedig sla ik dus de ogen, naar het onbekende land.”
Hildo