Thomas à Kempis beschrijft dit innerlijke proces om tot verstilling te komen treffend:
“Gelukkig de oren die het zachte gefluister van God waarnemen,
Maar geen aandacht hebben voor de influisteringen van deze wereld.
Werkelijk zalig de oren die niet luisteren naar de stem die daarbuiten klinkt, maar naar de waarheid die inwendig onderricht.
Gelukkig de oren die gesloten voor de uiterlijke dingen, zich met aandacht richten op het innerlijke.
Gelukkig zij die doordringen in het innerlijke en zich door dagelijkse oefeningen meer en meer geschikt maken om hemelse geheimen te verstaan.
Gelukkig zij die hevig verlangen volkomen toegankelijk te zijn voor God
en alle aardse belemmeringen van zich afschudden’
(uit: De navolging van Christus)
Voor Martha zal het niet makkelijk geweest zijn om Maria’s keuze te aanvaarden. Net zo min als dat het voor ons eenvoudig is om in plaats van activiteit voor verstilling te kiezen. Naar wie luisteren we? Naar Martha die zegt dat we aan de slag moeten voor Hem of naar Jezus zelf die ons uitnodigt om voor een tijdje bij Hem te komen? Al wat hij verlangt is onze nabijheid. De wereld rondom vergeten en opgaan in Hem – we rusten uit!