Het verhaal begint een paar weken voor de retraite. Ik was aan het bidden met psalm 91, de psalm die in mijn geheugen is opgeslagen als ‘de psalm van mijn opa over schaduw-vleugels- en bescherming’. Het meest bekend is hij – denk ik – als gezongen psalm op de tekst van Huub Oosterhuis: ‘Wie in de schaduw Gods mag wonen, hoeft niet te vrezen voor de dood…. God legt zijn vleugels van genade beschermend om je heen als vriend.’
De psalm wordt genoemd in een brief van mijn opa uit 1941 aan 4 van zijn kinderen. Mijn opa en oma woonden in die tijd op Borneo en hadden 7 kinderen. De oudste 4 woonden op Java, om daar de middelbare school te volgen. Mijn opa zag de dreiging van de oorlog in Zuid-Oost Azië en realiseerde zich waarschijnlijk dat hij zijn oudste kinderen voor langere tijd niet zou zien. In de brief roept hij hen op Gods nabijheid en bescherming te zoeken. Dat deed hij met de woorden van deze psalm.
Toen ik met die psalm aan het bidden was, gaf me dat een dubbel gevoel. Aan de ene kant kon ik God danken voor herkenning en verbondenheid: deze opa – die ik nooit gekend heb – was blijkbaar aangesproken door deze psalm. Op moeilijke momenten koos hij ervoor om zichzelf en zijn kinderen aan God toe te vertrouwen. Aan de andere kant voelde ik boosheid: ‘God, u beloofde bescherming, maar waar was U dan toen dat nodig was?’
‘Waar was U dan … toen deze opa en oma een jaar later in een Japanse gevangenis op 42 jarige leeftijd stierven door marteling en ondervoeding? Waar was u dan….toen hun 7 kinderen 5 jaar later in Nederland een nieuw leven probeerden op te bouwen, zonder al het leed en het verdriet van de oorlogsjaren te (kunnen) verwerken? Waar was u toen ze zelf kinderen kregen en ongewild hun eigen verwarring doorgaven of onvoldoende in staat waren hun kinderen een veilige thuissituatie te bieden? Waar bent u nu …in de gevechten die ik mezelf, mijn broer, zussen, neven en nichten zie voeren om te kunnen leven in vrede met jezelf en met anderen?’
Ik was dit gebed alweer vergeten. Op de retraite was het alsof God me er met een woordenspel aan herinnerde. Van je begeleiders krijg je dagelijks 4 bijbelteksten om over te mediteren en te bidden. Ik kreeg 3 keer een tekst waar het woord ‘vleugels’ in voor kwam: De eerste avond al, psalm 63: ‘U bent altijd mijn hulp geweest. Ik juichte in de schaduw van uw vleugels’. Meteen moest ik denken aan psalm 91 en aan mijn gebed. De volgende dag psalm 36: ‘Hoe kostbaar is Uw liefde, God. In de schaduw van uw vleugels schuilen de mensen’. En vervolgens Maleachi 3: ‘Voor jullie die ontzag voor mijn naam hebben, zal de zon stralend opgaan, de zon die gerechtigheid brengt en genezing in haar vleugels draagt’.
Nu God me zo nadrukkelijk bepaalde bij de ‘vleugels van bescherming’ uit psalm 91 voel ik me door Hem gezien en gehoord in mijn aanklacht. Inhoudelijk kreeg ik geen antwoord op de vraag waar God was en waarom de dingen gegaan zijn, zoals ze gegaan zijn. Dat moet ik blijkbaar loslaten. Maar ik voel me bemoedigd door de ervaring dat God wel aandachtig luistert. Hij laat ons niet alleen voort tobben. De nieuwe teksten vullen bovendien de belofte uit psalm 91 aan: voortaan zijn ‘schaduw en vleugels’ in mijn geheugen niet alleen verbonden met ‘bescherming’, maar ook met ‘schuilen’ (psalm 36), ‘genezing’ (Mal. 3) en zelfs met ‘gejuich’ (psalm 63). NN